30 augustus 2019

Ronald in de Volkskrant

Gewoon goed

Ronald Goedemondt (44) maakt graag tv (Sluipschutters), maar op het theater is hij verliefd. 'De macht is ongekend, dat is fantastisch.'

DOOR PAUL ONKENHOUT

Mannenhumor of vrouwenhumor? 

'Het ging er vorige week plotseling over in het tv-programma Jinek. Sluipschutters zou mannenhumor zijn. De mevrouw die het aankaartte (tv-criticus Angela de Jong van het AD) kwam er niet helemaal uit. Volgens mij is Sluipschutters alleen maar humor, een tv-programma met grappige sketches. Het is prikkelend om een onderscheid te maken tussen mannenhumor en vrouwenhumor, maar ik zie het niet.'

'Sluipschutters is begonnen in de Bagels & Beans in de Zeilstraat in Amsterdam. Jochen Otten en ik wilden iets leuks verzinnen. 'Zullen we een sketchprogramma voor tv gaan maken?', stelde ik voor. 'Ja, dat is goed', zei Jochen. 'Maar hoe doen we dat dan?', vroeg hij. 'Nou, we gaan schrijven en dan benaderen we een producent of een omroep en dan kunnen we gaan opnemen, want als wij het maken wordt het héél goed', zei ik. Superarrogant.

'De tweede vraag was: met wie gaan we het doen? Er schoten ons meteen twee namen te binnen: Leo Alkemade en Bas Hoeflaak. We kenden ze al en wisten dat ze grappig waren. Bij Leo was ik ooit op bezoek geweest in Amsterdam. Hij had paddo's gebruikt en was in de gracht gesprongen. Voordat hij sprong had hij zich ingesmeerd met zonnebrandolie, het sloeg nergens op. Toen hij eruitkwam, had hij het koud en vroeg hij of hij mijn jasje aan mocht. Het was een prachtig mooi jasje, fluweel met een zachte voering. Hij trok het aan en het jasje was door die olie en dat water meteen helemaal verneukt. Ik heb het nooit meer aan gehad.'

Theater of televisie?

'Theater. Iedereen die aan stand-up doet, is verliefd op de autonomie die hij op het podium heeft. We creëren ons eigen universum, bepalen de onderwerpen, het begin en het einde, alles. Je bent God. De macht is ongekend. Dat is fantastisch. Bij tv werk je samen met veel anderen. Dat is enerverend en soms is het keten, maar het kan beperkend zijn. De autonomie ontbreekt en als de opnamen klaar zijn denk ik altijd: als ik alleen was geweest, zou ik het anders hebben gedaan. Maar dat is niet erg hoor.

'De mooiste ervaring die ik heb gehad met televisie is het gezamenlijk kijken naar afleveringen van The A-Team, thuis in Eindhoven. Ik heb de hype in de jaren tachtig volop meegemaakt. Achteraf was het traag en onschuldig, bijna op een Bassie en Adriaan-achtige manier. De opwinding die ik voelde als we met z'n allen gingen kijken, was fantastisch. Ik zat vooraan, met mijn neus bijna tegen de televisie aan.'

Spijkers met koppen of Dit was het nieuws?

'Bij Dit was het nieuws was ik een van de scriptschrijvers. Ik was er niet erg goed in. Ik werkte samen met Micha Wertheim, Cindy Pieterse, Rob Urgert en Sander van Opzeeland, die konden het veel beter. Eric van Sauers vroeg me of ik af en toe nogal rare gedachten had en fris uit de hoek kon komen. Dat lukte me twee, drie seizoenen, toen was het op.

'Aan Spijkers met koppen, het radioprogramma, heb ik ook goede herinneringen. Ik begon met sketches spelen. Het leuke was de tijdsdruk. Het moest binnen een paar uur klaar zijn. Even snel repeteren boven het café en daarna live spelen. Die spanning in dat café was te vergelijken met een optreden, het was enorm leerzaam.'

Monthy Python's flying circus of .....

'Mijn voorbeeld van een comedy met sketches was altijd A Bit of Fry and Laurie, een serie met Stephen Fry en Hugh Laurie uit de jaren negentig. Ze waren heel erg beïnvloed door Python. Ik pikte ze op toen de VPRO hun shows begon uit te zenden, ik zat nog op de middelbare school. Het droge acteren, het superabsurde. Briljant.

'The Kids in the Hall vond ik ook leuk, dat is een Canadees sketchprogramma. Ook absurd, maar met een grotere kliek auteurs. En toen ik klein was keek ik naar André van Duin, in zijn revue met Frans van Dusschoten. En Henk Spaan en Harry Vermeegen, met Popie Jopie en Pisa en zo. 'Koud hè.' Vermeegen was de clown en Spaan ergerde zich kapot aan hem. Dat chagrijn was lekker om te zien. Als Henk Spaan zich ergert, is hij grappig.

'Het is prikkelend om een onderscheid te maken tussen mannenhumor en vrouwenhumor, maar ik zie het niet'

'Toen ik het vierde seizoen van Sluipschutters terugkeek, vond ik dat ik ontzettend veel op Harry Vermeegen leek. Hè? Fuck! Daar heb je Harry Vermeegen! Maar ik was het zelf. In een andere scène leek ik trouwens veel op die Frénk, je weet wel, die gozer met dat brilletje en die haartjes naar voren. God, hoe heet-ie nou, die interviewer, ja, Van der Linden, Frénk van der Linden, dat is 'm.'

Chantal Janzen of Huub Stapel?

'Ze zijn net zoals ik in Tegelen geboren. Ik kies meteen voor Huub. Chantal heb ik trouwens nog nooit ontmoet. Ik ken Huub uit de buurt, we wonen in dezelfde straat, hier in Amsterdam. Het is vooral de Bourgondiër in mij en in hem die elkaar vinden.

'Geweldige vent. Toen ik ging acteren in Kerst met de Kuijpers heb ik hem een week voor het begin van de opnamen in totale paniek gebeld. Ik zag het niet meer zitten. Huub is acteur, maar geeft ook les. Hij heeft me een weergaloze snelcursus acteren gegeven. Ik zat als een jongetje met mijn mond open tegenover hem. Hij vertelt niet alleen wat je moet doen, hij doet het ook voor.

'We zaten in de kroeg, in de Gruter. Het urinoir hangt daar hartstikke hoog. Hoe zou je daar nou een grap over kunnen introduceren, vroeg ik hem. Hij keek uit het raam, heel lang en zei doodserieus: 'Ik zat laatst in een café en daar was een urinoir en dat hing heel hoog, ik kon er met mijn piemel niet bij.' Ik moest bijna huilen van het lachen, zo goed acteerde hij. Hij maakte er een oprecht drama van. Fenomenaal.

'Van Tegelen herinner ik me niks, ik was 4 toen we naar Eindhoven verhuisden. Huub beheerst het dialect, hij zegt weleens dat ik het ook onder de knie moet zien te krijgen. Menneke, noemt hij me dan. En dan kijkt hij me meewarig aan.'

Hans Teeuwen of Theo Maassen?

'Oei. Ik heb ze ooit in het Eindhovens Dagblad samen op een foto zien staan voor café Kraaij & Balder, samen met Raoul Heertje. Ik was een jaar of 20, woonde nog in Eindhoven en ik wist allang dat ik stand-upcomedy wilde gaan doen. Het artikel in de krant ging over een avond stand-upcomedy in het café. Ik kon het niet geloven, stand-upcomedy in Eindhoven. Ik heb het artikel met de foto uitgeknipt en altijd bewaard.

'Ze zijn allebei belangrijk voor me geweest. De eerste keer dat ik Hans Teeuwen zag, dacht ik: pfff, dat kan ik ook. Maar toen ik meer van hem zag en hem een beetje leerde kennen, kwam ik daarop terug. Deze gast zit op een totaal ander niveau dan ik, wist ik toen. Wat hij doet, daar kom ik nooit bij in de buurt. Maar ik realiseerde me gelukkig ook dat ik echt totaal iets anders doe dan hij.

'Van Theo heb ik technisch veel geleerd. We hebben vaak samen aan tafel gezeten. Hij heeft me in het begin een beetje op sleeptouw genomen. Heel aardig en superlief. Hij was streng en zijn kritiek was direct. Ik heb ook wel eens wat over zijn voorstelling gezegd. Hij was geamuseerd, maar hij trok zich er natuurlijk geen reet van aan.

'We zijn alle drie Brabanders, ja. Waarom Brabantse cabaretiers zo succesvol zijn? Door het katholicisme en de bijbehorende schuldgevoelens. Er mag veel niet. Die spanning moet worden opgelost. Daarom is dat carnaval ook zo'n uitspatting, met mensen die vreemdgaan. Humor is overal belangrijk, maar in Brabant is het de manier om het schuldgevoel te laten verdwijnen.

'Maar ja. Volgens die logica zouden er in Friesland ook veel goede cabaretiers moeten zijn en in Zeeland ook, want door het protestantisme zijn ze daar ook opgezadeld met schuldgevoelens. Dus misschien slaat het nergens op wat ik net zei.'

Vondelpark in Amsterdam of Stadswandelpark in Eindhoven?

'Absoluut het Vondelpark. Ik woon in de buurt. Ik loop er met een rood hoofd te joggen, doe gênante oefeningen onder het mom van callanetics, ik speel er met mijn zoontje en ga er op mijn muil met mijn skateboard. Ik heb veel herinneringen aan het park, het is onze achtertuin.

'Ik woon al zestien jaar in Amsterdam, maar ik kom nog steeds graag in Eindhoven. Het voelt als een ouwe schoen, het past precies. Ik ben er weggegaan omdat ik het gevoel had dat er iets in mijn leven moest gebeuren, maar ik heb me nooit tegen de stad afgezet. Het is een prettige stad en de omgeving vind ik ook fijn en inspirerend.

'Ik vind het hier ook heerlijk. En toeristen vind ik lief. Hoe in Amsterdam op toeristen wordt gekankerd is niet te geloven. Zo grof, zo onbeschoft. Oké, er lopen Spanjaarden rond die niet weten hoe ze moeten reageren op fietsbellen. Nou en? Die stad draait op toeristen. Gewoon je smoel dichthouden en het laten gebeuren. Maar als toeristen dronken zijn of voor overlast zorgen moet je ze kapot maken, dat wel natuurlijk.'

Foto: Frank Ruiter